LAATSTE NIEUWS
& MEDEDELINGEN


Symposium 28 november
Petran Kockelkoren zal dagvoorzitter zijn bij het symposium. Voor verdere informatie zie onderaan deze pagina.

Lezing 21 november

Voorgaande lezingen
Het overige materiaal van voorgaande lezingen vindt u hieronder op deze pagina, bij de aankondiging van de desbetreffende lezing.

Borrel na afloop
Evenals bij de vorige cursussen in deze reeks is er weer gelegenheid om met sprekers, cursuscoördinatoren en mede-cursisten na afloop van de colleges van gedachten te wisselen.
Klik op de afbeelding links voor verdere informatie.

In onze eerste capita selecta cyclus, “Lichaam en Geest”, stond de monistische filosofie van Spinoza centraal. Deze monistische opvatting wordt ondersteund door verschillende disciplines van de moderne cognitiewetenschap. In onze tweede cyclus “Cultuur en Cognitie” werd nagegaan op welke wijze het menselijk cognitief systeem betekenis toekent aan de omgeving, en hoe deze betekenistoekenning tot cultuur leidt.
In onze derde cyclus “Cognitie in kunst en wetenschap” willen we, vanuit verschillende disciplines, de dichotomie die verondersteld wordt te bestaan tussen kunst en wetenschap ter discussie stellen. Dit zal gebeuren door in zowel kunst als wetenschap het experiment centraal te stellen. Bij zowel kunst als wetenschap komt het creatieve proces tot stand door een interactie met de omgeving. Middels experimenten bevragen beide hun omgeving, ten einde tot nieuwe samenhangen, verklaringen en betekenissen te komen. Daardoor wordt de dichotomie, die in de westerse wereld tot voor kort zo vanzelfsprekend leek, op zijn minst gerelativeerd. Interactie met de wereld bepaalt zo de betekenis van nieuwe taal en beelden die een cultuur verrijken.

In these lectures, “Cognition in the Arts and Sciences”, we want to discuss from within a number of different fields, the dichotomy which is supposed to exist between the arts and sciences. This discussion will pivot around the experiment in science as well as in the arts. In both fields, the creative process is set off in the interaction with the environment. Both use experiments to question their environment in order to find new relations, explanations and meanings. Thus, the dichotomy which until recently felt ever so obvious, is at least toned down. Interaction with the world determines the meaning of new vocabularies and images which enrich a culture.

28 november 2008: Afsluitend Symposium

Hoe verbeelden wetenschappers de werkelijkheid
en verklaren kunstenaars hun ervaring
?

Moderator: Petran Kockelkoren

Vaak wordt gedacht dat een fotografische weergave de waarneembare werkelijkheid kan vastleggen. Wetenschappers die in beeldvorming zijn geschoold en fotografische technieken gebruiken om de werkelijkheid weer te geven zullen dit deels intuïtief doen. Aan de andere kant zullen zij ook op dezelfde systematische wijze te werk gaan als waarop zij in hun wetenschappelijk onderzoek met de fysische werkelijkheid omgaan. Kunstenaars die fotografische technieken gebruiken om hun ervaringen weer te geven onderzoeken en verwerven daarmee kennis over hoe ze hun omgeving ervaren. De analyse van wetenschappers en kunstenaars over de wijze van verbeelding in relatie met de werkelijkheid zal inzicht kunnen geven hoe intuïtieve beeldvorming én beeldvorming bij systematische kennis verwerving kunnen samengaan.

PROGRAMMA (13.00 - 17.00 uur, Offerhauszaal in het Academiegebouw)

Sterrenzaad
Prof.dr Vincent Icke, gewoon hoogleraar sterrenkunde en theoretische natuurkunde RUL en bijzonder hoogleraar Cosmologie UVA.
http://www.strw.leidenuniv.nl/~icke/html/VincentArt.html; http://www.alien-art.nl/
Wetenschap en kunst hebben tenminste één belangrijk ding gemeen: onderzoek. In mijn kunst combineer ik de twee onderzoekstypen om een unieke uitdrukkingsvorm te vinden. De onderzoekvraag: “Is er leven buiten de Aarde?”, wil ik beantwoorden met: “Hoe zouden planten er uit zien die tussen de sterren groeien, en hoe verspreiden zij zich?”
De levensvormen die de Aarde hebben gekoloniseerd, bestaan uit sterrenstof. Hun waterstof komt uit de Oerknal, al hun andere elementen zijn in het inwendige van sterren gemaakt. De energie die door de levensvormen wordt gebruikt is ook afkomstig van een ster: de Zon. De vormen die aardse planten aannemen zijn ontstaan door de eisen die de planeet stelt: zwaartekracht, hitte en koude, droogte en vocht. Daardoor ontstaan vormen - zoals het zaad van de paardebloem - die je met recht `aards' kunt noemen.
Zo hebben de zaden van interstellaire planten vormen die je `kosmisch' kunt noemen. Planten die tussen de sterren leven hebben dus een volkomen andere vorm en levenswijze dan aardse vegetatie. Ik presenteer bij deze de door mij ontdekte en deels bestudeerde interstellaire flora.

Fotografie zonder vluchtige beelden
Willeke van der Meer, kunstenares
http://www.willekevandermeer.nl/
Ik bedacht dat ik een ronde ruimte om me heen wilde hebben die me helemaal omsloot. Een ruimte met de reikwijdte van mijn armen, zodat ik al ronddraaiend contact zou kunnen houden met de wand en lijnen zou kunnen trekken zonder begin of einde.
Intuïtief heb ik de ton verduisterd om me nog meer af te sluiten van de wereld. Ik maakte tekeningen in het volstrekte duister. Ik wilde minder controle, ik wilde mijn andere zintuigen aanscherpen. Concentratie. Ik daalde af in de diepte om een nieuwe wereld te exploreren. De duisternis en de geborgenheid van de ruimte prikkelden mijn fantasie.
Ik wilde voorzichtig de buitenwereld rondom mij weer binnen laten en ik maakte vier gaatjes in de wand van de ton. Wat een wonderlijk schouwspel! De wereld op z’n kop! Zo zat ik daar, onbespied, met de wereld binnen ‘armbereik’. Deze beelden heb ik vastgelegd op fotopapier. Door de lange belichtingstijden, soms wel een hele dag, werden vluchtige beelden niet geregistreerd maar de tijd werd door de baan van de zon wel vastgelegd.


Pauze

Fotografie als kunstonderzoek
Prof. dr. Charles Wildevuur, emeritus hoogleraar experimentele chirurgie. http://www.macwild.nl/nvok.htm
Fotografie wordt geacht de werkelijkheid van de Euclidische ruimte weer te geven, zoals kunstenaars met het raamwerkperspectief in de Renaissance dat nastreefden. Onze scherpte gezichtshoek is echter slechts 1-5 graden en Cézanne en van Gogh ontdekten dat bij intense observatie van achtereenvolgende aspecten van hun motief dat zij deze onderdelen weergaven vanuit verschillende blikrichtingen. Hiermee werd afgeweken van de abstracte regels zoals die voor de werkelijkheidsweergave in een Euclidische ruimte geldt en werd een hyperbole ruimte verkregen die meer met het werkelijk kijken overeenkomt en voor de beschouwer een meer natuurlijke ervaring oproept.
De schilder David Hockney heeft een artistiek fotografische ‘onderzoek’ verricht waarmee hij de kijkervaring van Cézanne en van Gogh verduidelijkt. Hij maakt een reeks foto’s zoals hij met zijn ge–tele–focust schildersoog naar zijn motief kijkt en in een collage tot een ervaringsbeeld wordt.


De ruimte van het niet-weten
Lon Robbé, kunstenares en kunsthistorica, Amsterdam
http://www.lonrobbe.nl/
Voor een kunstenaar is werk dat ophoudt een raadsel te zijn in feite dood. Het kan heel mooi dood zijn maar het mist het ongrijpbare van levende kunst.Kunst bestaat bij de gratie van niet-weten, van een duurzame onoplosbaarheid. Ik zoek de interactie tussen weten en niet-weten. Met één poot in de bekende werkelijkheid zien hoe het onbegrijpelijke in het begrijpelijke doorbreekt.
Niet alleen een foto van een landschap maken, maar het landschap laten zien èn het fotografische laten zien. Waarnemen tegen de fotografie in, in plaats van met de fotografische illusie mee. De foto gebruiken als een projectiescherm tussen de wereld buiten en de verbeeldingswereld binnen.Alsof je kijkt naar hoe je naar het landschap kijkt en het zo steeds opnieuw herschept.

Pauze

Quantumvaagheid: het onzekere voor het zekere nemen in de microcosmos.
Prof.dr ir. F.A. (Sander) Bais, hoogleraar theoretische natuurkunde, UvA
http://www.science.uva.nl/~bais
Onze wetenschappelijke perceptie van de natuur is geëvalueerd d.m.v. de waarneming. Eerst met het blote oog, maar gaandeweg met meer en meer ingenieuze hulpmiddelen. Voor het zien van steeds kleinere dingen, denken we aan brillen, microscopen, infrarood kijkers, elektronen microscopen, tunneling microscopen en versnellers. Er blijkt een grens aan de nauwkeurigheid waarmee we onze kennishonger kunnen stillen: een zekere onzekerheid bij de aanschouwing van het allerkleinste. Hoe meer we zien hoe minder we zien? Wetenschappers stonden paf en velen nog steeds: wat moeten we ons daar in vredesnaam bij voorstellen? Klemgezet tussen verklaring en verbeelding zitten we gevangen in de verstrekkende paradox van het zien.

Fotografie als verbeelding van beweging
Prof. dr Bert Otten, bijzonder hoogleraar neuromechanica en prothesiologie, centrum voor bewegingswetenschappen, RuG.
http://www.kalons.nl/otten/Portfolio.html
Fotografie staat bekend als een methode voor het verzamelen van stilstaande beelden. Toch zijn er voorbeelden die juist door het feit dat ze “bewogen” zijn winnen aan expressie. In het werk van Jacques Henri Lartigue zien we prachtige beelden ontstaan door de technische beperkingen van zijn camera–stilstaande (niet “bewogen”) beelden die beweging suggereren. Hierbij zit er iets in de volgorde, of de normale bekende causaliteit van de elementen uit het beeld dat de indruk van beweging onvermijdelijk maakt.
Je zou je af kunnen vragen wat het verschil is tussen film en fotografie als expressie middel van beweging. Hierbij is aansluiting te vinden met hoe het brein, maar ook de zintuigen met beweging omgaan. Beleefde en werkelijke tijdschalen spelen dan een belangrijke rol.

Tentoonstelling
Dit symposium wordt gevolgd door opening om 17.30 uur van een tentoonstelling in het Harmoniegebouw met relevant bij de voordrachten geachte fotografische werken van de sprekers.