Positie van kunst naast het wetenschappelijk kennisideaal
Prof. dr Wessel Krul, hoogleraar Cultuurgeschiedenis van de Moderne Tijd, RuG
Prof. dr Wessel Krul, hoogleraar Cultuurgeschiedenis van de Moderne Tijd, RuG
In de negentiende eeuw lijkt het proces van verzelfstandiging van de kunsten in een eigen domein voltooid te worden. De autonomie van de kunst kreeg een absolute formulering in het idee van het art pour l'art. Kunst dient volgens deze leer alleen zichzelf, houdt geen rekening met andere verschijnselen, en is aan moraal of maatschappij geen verantwoording schuldig. Tegenover dit volstrekte esthetisme staan echter talloze voorbeelden waarin de kunst onmiddellijk betrekking had op de samenleving, of gelijk opging met de wetenschap. De voorstelling van de kunst als een middel om de structuur van de wereld te doorgronden is gedurende de gehele negentiende eeuw aanwezig, van de romantische theorieën over de harmonie tussen geest en natuur tot het determinisme van de erfelijkheidsleer.